narcistische persoonlijkheidsstoornis

dit verhaal doet ons denken aan Renata die bij ons ingewoond heeft voor een korte periode

Liselore (29) heeft een narcistische persoonlijkheidsstoornis: ‘Ik heb altijd al het gevoel gehad dat ik beter ben dan anderen’ Beeld Getty Images

Liselore (29) heeft een narcistische persoonlijkheidsstoornis: ‘Ik heb altijd al het gevoel gehad dat ik beter ben dan anderen’

Wat ben ik toch leuk, denkt ze. En heel geraffineerd krijgt ze alles voor elkaar, vaak ten koste van de rest van de wereld. Liselore (29) heeft een narcistische persoonlijkheidsstoornis.

“Tekenen en schilderen zijn altijd mijn passie geweest. Al toen ik een klein meisje was, had ik een scherp oog voor dingen als kleur, lichtval en textuur. Het hielp me de wereld te creëren zoals ik die zag. Dat is waar mijn schilderijen op zijn gebaseerd: mijn visie op de wereld. Een prachtig beeld, mag ik wel zeggen. Met mij als middelpunt.”

Koud en egoïstisch

Tijdens mijn puberteit, als mijn ouders boos op me waren, zeiden ze wel eens dat ik geen inlevingsvermogen had. Dat ik koud en egoïstisch was. Ik haatte het om toe te geven dat ze gelijk hadden. Maar dat hadden ze wel, ook nu nog.

Ik ben een opportunist, ik hecht me niet aan anderen. Ik leef puur voor mezelf. Alles wat ik doe, elk contact dat ik aanknoop, is vanuit dezelfde gedachte: hoe kan deze persoon me van pas komen? Waar dat door komt, weet ik niet, ik heb een leuke jeugd gehad en hoewel ik enig kind ben, ben ik niet extreem verwend door mijn ouders. Ik heb gewoon altijd het gevoel gehad dat ik beter ben, meer verdiende dan andere mensen.”

Narcistisch

“Als kind wilde ik dat iedereen me mooi, leuk en lief vond. Ik wilde niets liever dan beroemd en aanbeden worden. Misschien had het ermee te maken dat ik gepest werd. Ik zag succesvol worden als de beste manier om mijn pestkoppen terug te pakken. Waarom ik gepest werd? Ik denk omdat mijn klasgenootjes geen hoogte van me kregen. Kinderen zijn groepsdieren, ik viel daarbuiten.

Ik ben narcistisch, niet autistisch, en merkte dus dondersgoed dat mijn eigengereide gedrag me benadeelde. Daarom sloot ik, ik was elf of twaalf, vriendschap met een ander meisje dat ook buiten de groep lag. Niet vanuit compassie of herkenning omdat zij net als ik het mikpunt van pesterijen was. De vriendschap ontstond vanuit mijn gedachte dat je samen sterker bent dan alleen.”

Mensen gebruiken

“Ik deed aardig tegen haar, won haar vertrouwen. Samen vormden we een front en werden we meestal met rust gelaten. Oppervlakkig gezien waren we vriendinnen, maar als zij verdrietig was, interesseerde me dat niet.

Op een dag stond ze huilend op de stoep. Een groepje meiden had haar achtervolgd en in de bosjes geduwd, vlak bij mijn huis. Daar zat ik dan. Knullig, met een arm om haar heen en een glaasje water in mijn hand. Medelijden voorwendend, terwijl het me eigenlijk niet kon schelen wat ze vertelde.

Ik voelde me zelfs lichtelijk geïrriteerd door haar zwakheid, het snot dat uit haar neus stroomde en de hakkelende manier waarop ze vertelde wat er was gebeurd. Ik werkte haar zo snel mogelijk de deur uit, terwijl mijn hersens ratelden over hoe ik dat zo sociaal acceptabel mogelijk kon inkleden.

Zo ging en gaat het eigenlijk met al mijn vriendschappen en relaties: ik kies mensen uit die iets voor me kunnen betekenen en als ik ze niet meer nodig heb, fladder ik door naar de volgende.”

Emoties faken

“Wat me wel eens verontrust, is dat ik zo moeiteloos emoties kan faken die ik helemaal niet voel. Ik ben best in staat empathie te voelen, vooral voor kinderen of dieren. Maar dat gaat maar tot een bepaalde hoogte.

Ik zie het leven voornamelijk als een spel: ik beheers de zetten. Daar geniet ik van. Ik ben daar best fatalistisch in. Ik geloof niet in God, een andere hogere macht of in spiritueel geneuzel zoals karma. Mijn wereld draait om mij, dus waarom zou ik het spel niet spelen zolang ik er goed in ben?

Ik snap dat veel mensen die mijn verhaal lezen misschien zullen zeggen dat ik zielig ben, omdat ze denken dat ik niet in staat ben om een echte connectie aan te gaan. Maar ik zie dat eerder als onvermogen van hun kant om te zien dat mijn brein superieur is aan dat van hen. Ik ben in staat emoties te veinzen die ik zodanig kan inzetten dat ik bereik wat ik wil.”

Jongens wilden me

“In de derde van de middelbare school kreeg ik er steeds meer maling aan of ik wel of niet geaccepteerd werd. Ik had een duidelijk doel: kunstenares worden. De rest boeide me niet.

Ironisch genoeg wilde ineens ieder meisje mijn vriendin zijn. Plotseling vonden ze het stoer in plaats van raar dat ik mijn eigen gang ging. De jongens wilden me versieren omdat ik de reputatie had dat ik niet te krijgen was. Althans, wel voor een avondje zoenen, maar meer niet.

Sinds die tijd fladderde ik van de een naar de ander, er was niemand die me lang kon boeien.

Overtuigen met seks

“Bas, mijn huidige vriend, ontmoette ik bij een dansvoorstelling die ik bezocht toen ik op de kunstacademie zat. Onze relatie is niet zonder strubbelingen. Ik heb veel ruimte nodig om mijn eigen ding te kunnen doen en ik kan er slecht tegen als mensen me claimen. Bas is een emotioneel mens en dat botst regelmatig met mijn koele, gesloten karakter.

Tijdens een van onze ruzies huilde hij. Hij wist niet meer of we wel een toekomst hadden, omdat ik ‘zo weinig rekening hield met zijn emotionele behoeften’. Ik zag zijn tranen en hoewel me dat best verdrietig maakte, maakte ik me het meeste zorgen over hoe ik hem moest overtuigen om bij me te blijven.

Ik ben financieel afhankelijk van hem en woon in zijn huis. Ik had op dat moment zelfs geen baan, ik was net afgestudeerd als autonoom kunstenaar en hij onderhield me. Dus in plaats van het juiste te doen en mijn ogen te openen voor wat er werkelijk speelt – dat mijn onvermogen mezelf echt open te stellen hem opbrak – overtuigde ik hem met seks.

Ik fluisterde hem in zijn oor dat zolang we van elkaar houden we onze relatie konden laten werken. Dat geloof ik ook wel, maar de onderliggende reden is dat ik wil dat hij bij me blijft omdat ik nergens ben zonder zijn financiële steun. Ik hou echt wel van hem, maar in zijn ogen zou dat om de verkeerde redenen zijn.”

Eigenbelang

Ik stel mijn eigen belangen dus boven die van hem, zoals ik dat eigenlijk doe bij al mijn sociale contacten. Dit heb ik mijn hele leven al gedaan. Ik probeer om anderen te geven en goed voor ze te zijn, maar als iets doen voor een ander een streep door mijn eigen plannen zet, of me benadeelt, zet ik mezelf op de eerste plaats.

Ik maak me wel eens zorgen over de dag dat Bas niet meer zo naar me verlangt, fysiek gezien. En hij is een echte familieman, ik weet zeker dat hij ooit kinderen wil. Daar moet ik niet aan denken. Voor mezelf niet, maar ik heb ook wel genoeg zelfreflectie om in te zien dat ik het niet in me heb om mezelf weg te cijferen. Dat wil ik een kind niet aandoen.

Ik probeer de gedachte dat onze relatie daarop stuk zal lopen, weg te duwen. Wat me tot nu toe helpt, is dat ik van nature pleasers aantrek die niets liever doen dan mij tevredenstellen en dingen voor me doen. Daar maak ik gretig gebruik van.”

Narcistische persoonlijkheidsstoornis

“De laatste tijd heb ik veel gelezen over een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Inmiddels ben ik wel in staat om te erkennen dat mijn gedrag niet gezond is. Ik zou best een manier willen vinden om gelukkig te zijn zonder daarmee de grenzen van anderen te overschrijden. Ik wil onzelfzuchtig en oprecht kunnen zijn. Bas echt gelukkig maken door aan zijn behoeften tegemoet te kunnen komen.

Ik besef dat dat niet kan als ik stiekem alleen maar om mezelf geef. Ik heb zelfs een therapeut bezocht, vooral om de woedeaanvallen die ik nog wel eens kreeg als dingen niet naar mijn zin verliepen, maar als ik eerlijk ben, denk ik niet dat ik ooit echt ga veranderen. Onderaan de streep ben ik gelukkig met mezelf. Eenzaam, maar tevreden

Bron: Flair